Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)


De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) ligt aan de basis van alle zorgverlening. In de WGBO staan de rechten en plichten van cliënten die zorg krijgen.`

De WGBO gaat over de relatie tussen de cliënt en de zorgverlener. Een belangrijk begrip in de WGBO is ‘informed consent’. Zorgverleners mogen alleen handelen als zij toestemming hebben van de cliënt. De cliënt moet begrijpen waarvoor hij toestemming geeft: hij moet goed geïnformeerd zijn.

Voor welke zorg geldt de WGBO?
De WGBO geldt voor medische onderzoeken en behandelingen en alle zorg die daarmee samenhangt. Dus ook verpleging, verzorging en nazorg. Zorg die wordt gegeven in een GGZ-instelling, verpleeghuis of instelling voor gehandicaptenzorg valt ook onder de WGBO.

Vanaf welk moment is er een behandelingsovereenkomst?
De WGBO geldt zodra er een behandelingsovereenkomst is tussen een zorgverlener en een cliënt. In GGZ-instellingen, verpleeghuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg is dat moment vaak niet zo duidelijk. Een vuistregel is dat de behandelingsovereenkomst tot stand komt zodra er een intake is geweest. Ook als de cliënt op een wachtlijst komt te staan.

Welke rechten en plichten heeft de cliënt?
Volgens de WGBO hebben cliënten de volgende rechten:
• recht op informatie over de medische situatie
• toestemming geven voor een medische behandeling
• recht op inzage in het medisch dossier
• recht op privacy en geheimhouding van medische gegevens (beroepsgeheim)
• recht op vrije artsenkeuze
• vertegenwoordiging voor cliënten die niet zelf kunnen beslissen

De cliënt is verplicht om de zorgverlener goed, eerlijk en volledig op de hoogte stellen van zijn problematiek. Met de juiste informatie kan de zorgverlener sneller en beter een diagnose stellen en kan hij beter zorg verlenen.